1830. Zwart Afrika. Kapitein Benoît scheept een lading negers in en kiest het ruime sop. Een van hen is Atar Gull, koningszoon en een imposante verschijning. In Jamaica wordt hij als slaaf verkocht aan een plantagehouder die bekend staat als een goedaardig en eerlijk man. Zijn nieuwe meester heeft een zwak voor Atar Gull en neemt hem op in zijn persoonlijke staf. Maar dan plooit de lieve meester zich toch naar de zeden van zijn tijd... Hij begaat een daad die Atar Gull hem nooit zal vergeven...