In elk initiatieverhaal spelen riten een grote rol. Riten van woord en gedachte. Riten van lichaam en verlangen. In dit deel moet het lichaam de proef van de dertig belletjes doorstaan. En het woord onderwerpt zich aan de taal van de diplomatie. De ruimte tussen dwang en vrijheid wordt kleiner. Het spel verhardt zich. Er is geen plaats meer voor illusies. De een accepteert zijn beperkingen, de ander probeert boven zichzelf uit te stijgen. De een aanvaardt zijn leven. De ander zijn lot. Wie is de wijste ? Dat is moeilijk te zeggen... Niet iedereen heeft een lotsbestemming. Om door te dringen tot het duistere hart van de harem, zo hard als een zwarte diamant, krijgen twee vrouwen een gordel, waaraan dertig belletjes hangen. Na elke geslaagde proef - een fataal afglijden van onderwerping naar masochisme - wordt er een belletje afgenomen. Maar laten we ons niet vergissen. Elke klingel is de voorbode van een kanonschot. Elke zelfverloochening betekent een dode op het slagveld. De Hasjemieten, gesteund door de Arabische landen, maken zich op om het Ottomaanse Rijk, dat al eeuwen regeert over de moslimwereld, omver te werpen. De Engelsen steunen dit streven. De schaduw van Lawrence tekent zich af. Hij helpt Feisal tegen de Turken, die op hun beurt gesteund worden door de Duitsers. De naderende oorlog is eerst een oorlog van woorden. Pas daarna vallen er doden. Een vloek berooft onze heldin van haar onschuld. De auteurs kunnen veel voor haar doen. Er ligt nog niets vast. Maar ze kunnen niets doen voor de Geschiedenis. Die is al geschreven...